Binge: De Orphan X-thrillers van Gregg Hurwitz.
Snel, hard, cool, vol met goedgeschreven actiescènes, een hoofdfiguur waar je nog boekenlang meer door wil. Ideaal vakantievoer. Niet alleen voor mannen, overigens.
Klassieker: De Buddenbrooks van Thomas Mann.
Twee jaar geleden las ik voor het eerst De Toverberg en ik ben nog steeds aan het bijkomen. Sindsdien staat ook De Buddenbrooks bij mij in de kast te wachten. Zijn stijl, zijn ideeënwereld: ze vragen veel van je, maar je wordt ook zo ruim beloond.
Non-fictie: Fenomenologie van de waarneming – Maurice Merleau-Ponty
Door mijn goede vriend (en filosoof) Dennis de Gruijter ben ik sinds een aantal jaren gefascineerd door filosofie, vooral door de fenomenologie. Merleau-Ponty probeert op minutieuze, literaire wijze te beschrijven hoe wij de wereld waarnemen en wat er in ons hoofd gebeurt als we dat doen. Uitdagend, soms obscuur, maar fenomenaal (!) geschreven.
Herlezen: A Prayer for Owen Meany – John Irving.
Het is nu zeker meer dan tien jaar geleden dat ik Owen Meany las. It blew me away. Zo geestig, zo waanzinnig knap geconstrueerd. Ben benieuwd of ik het na al die jaren nog steeds zo fantastisch vind.
Wildcard: Thomas Ligotti – Teatro Grottesco
Ligotti is een Amerikaanse schrijver van horrorverhalen, hij is een virtuoos stilist en de beelden die hij in zijn werk weet op te roepen zijn vaak verontrustend en blijven je lang bij. Het verhaal The Red Tower is een van mijn grote favorieten.